2 - De Snijstoot
Onder een snijstoot verstaat men het dun aanspelen van bal 2 en wordt toegepast om bal 2 zo een weinig mogelijk te verplaatsen.
Het principe van een snijbal is dat niet het mikpunt binnen bal 2 valt maar 25-26 mm daarbuiten (dit dus in afwijking met het theoretisch mikpunt, waarbij dit wel het geval is), omdat vooral bij het maken van een snijbal mikpunt moeilijk te vinden is maken we gebruik van een hulpmiddel.
Dit hulpmiddel is dat men zich een denkbeeldige (ghostball) bal voorstelt direct naast bal 2 (liefst ietsje daarvoor) en maakt van het hart van deze bal het mikpunt. Men zal zien dat je stootbal mooi dun langs bal 2 loopt, dit moet natuurlijk geoefend worden om zelfvertrouwen op te bouwen in deze methode.
Tevens een hulpmiddel is om als bal 1 op 10 tot 20 cm van bal 2 is gelegen, je gezicht/ogen wat meer boven de twee ballen te plaatsen, je mikpunt te bepalen en hierna weer in je gewone positie zonder je keu te verplaatsen de bal te spelen.
Een van de grootste problemen van de snijstoot is de faalangst om de bal te missen, deze angst maakt dat men toch geneigd is om bal 2 wat dikker aan te spelen dan noodzakelijk, waardoor bal 3 net gemist wordt.
Echter de grootste fout van de beginnende biljarter is, dat deze meestal te veel energie in bal 1 wil stoppen, omdat hij denkt dat door de snelheid en massa van bal 1 deze minder van zijn baan zal afwijken dan wanneer rustig gestoten wordt. Probeer eens als oefening de stootbal rustig aan te spelen waarbij met de keu goed door bal 1 wordt gestoten met een wat losse achterhand.